Over vorige projecten
Het projectkoor in de pers
Over het concert van het koor op zondagmiddag 30 september 2018 schreef Marjan Doorn de volgende recensie voor de Meppeler en Steenwijker Courant:
Vier eeuwen koormuziek
Verassende kennismaking met koormuziek Sibelius
Het project voor het concert van het Projectkoor Gabriël Fauré zullen ongetwijfeld de uitvoering van de Funeral Sentenses van Purcell zijn geweest en de koorwerken van Jean Sibelius. Zijn koorwerken behoren niet tot het standaard repertoire. Het is dan ook aan de dirigente Monique Suring te danken dat de uitgever de werken die zij wilde uitvoeren voor haar bundelde. Negen korte koorwerken, allemaal juweeltjes en a capella gezongen. Monique Suring besteedt veel aandacht aan expressie en dynamiek, zodat elk lied een mooie, afgeronde compositie wordt. Een mooi experiment om Sydämie twee keer te laten zingen. De eerste keer door het voltallige ensemble, de tweede keer door acht zangers. Gewaagd en kwetsbaar, maar de zangers ondanks een enkele onzuiverheid zeer geconcentreerd. Helder en zuiver klonk Kotikaipaus, een lied over vluchtige gedachten. Om aansluiting met Sibelius te maken zong het koor enkele koorwerken van Kodaly. Behalve een mooi vierstemmig gezet Stabat Mater een Ave Maria voor de heldere vrouwenstemmen van het koor. Als een volksliedje klonk het snelle Túrot, knap uitgevoerd in een hoog tempo. Hieruit bleek hoeveel waarde Suring hecht aan een goede vocale uitbeelding van de tekst. Meerdere keren bleek, maar zeker uit Kodaly's Avondlied, dat het Projectkoor beschikt over een zanger met een zeer diepe basstem met een bijna Oost-Europees timbre.
Begrafenismuziek
De vier blazers die nodig zijn om de Funeral Sentences van Purcell uit te voeren stonden onder de orgelgalerij. Indrukwekkend klonk Purcells muziek uit 1695, geschreven voor de begrafenis van Queen Mary in de Londense Westminster Abbey. De March en Canzona nu in het Koloniekerkje, wat een cultuurverschil. Met ondersteuning van het orgel zong het Projectkoor de drie motetten, afgewisseld door zettingen voor blazers. De tekst duidelijk te volgen, de klank homogeen. In het deel In the midst of life leek Fedde Tuinstra de tempoaanwijzing van Suring even kwijt te zijn waardoor temposchommelingen ontstonden. Als inleiding op de muziek van Purcell speelde Tuinstra een orgelwerk van Purcell. Helaas ging hij voorbij aan het gegeven dat het Van der Molen-orgel uit 1904 niet geschikt is voor vroeg-barokke muziek.
Het Projectkoor opende het concert met een aantal liederen van Dowland. Subtiele muziek waarmee het koor nog hoorbaar moeite had. De zangers te weinig gericht op de dirigente, te weinig lettend op de andere stemmen, de ogen gericht op hun eigen partij. Daardoor was het niet altijd zuiver en waren inzetten niet altijd gelijk. Dat het ook anders kan hebben zij bewezen in de rest van het programma. Daar waar het accent meer ligt op de samenklank en minder op polyfone lijnen voelen de zangers zich beter thuis.
Marjan Doorn
Projectkoor overtreft zichzelf
Op maandag 13 maart 2017 verscheen in de Steenwijker Courant een recensie naar aanleiding van onze concerten in Oldeberkoop (10 maart) en Vledder (12 maart)
Dit is wat Jan Toor schreef
Projectkoor overtreft zichzelf
VLEDDER - Wie vanaf het prille begin in 2009 van het Projectkoor Gabriel Fauré dit initiatief van veelzijdig musicus Monique Swing heeft gevolgd, blijft zich verbazen over de voortdurende ontwikkelingen die een min of meer vrijblijvend gestarte groep zangliefhebbers doormaakt en ons nog steeds daarmee weet te verrassen. Of, zoals ooit in deze krant stond: 'Het duidelijk merkbare plezier in het zingen leverde het overtuigende bewijs dat met goede leiding en hard werken dit niveau bereikt kan worden.'
Verrassend is dat er na twee openingsconcerten - met o.a. het beeldschone en ontroerende Requiem van Fauré - steeds weer elk jaar gekozen is voor een minder gebruikelijk repertoire dan doorgaans bij vergelijkbare amateurkoren geliefd is. Dreigt ons Projectkoor nu wel enigszins de band met het trouwe publiek te verliezen? Ook in de nu verzorgde avond en middag is een stevig beroep gedaan op het aanpassingsvermogen van al diegenen die misschien niet vanaf het eerste begin deze ontwikkeling in de programmering hebben gevolgd. Evenwel, voor de echte ervaren muziekkenner is zo'n middag als in Vledder het toppunt van genieten.
Stel u voor: centraal in dit programma stond, door een meestergitarist als Sjors Holleboom vertolkt, Nocturnal after John Dowland for Guitar opus 70. Een uitzonderlijk moeilijk monumentaal werk uit 1963 van Benjamin Britten. Het muzikale thema waarop Britten zijn compositie heeft gebaseerd, komt uit een lied van Dowland: Come heavy sleep. Met dit en nog drie liederen van dezelfde componist opent het gemengd koor het programma, waarna dan de zeer uitgebreide gitaarsolo volgt.
Groots werk
Het vrouwenkoor rondt dit af met drie tweestemmige liederen met pianobegeleiding, gevolgd door weer het hele koor m et een groots werk over een verloren liefde: I lov'd a lass. Met afsluitend een Chorale, een gebed tot de Schepper wordt dan alle eer betoond aan Benjamin Britten. Bijzonder afwisselend van klank is ook de samenstelling van de optredende groepen. Allereerst is er het gemengd koor: sopranen, alten, tenoren en bassen, mooi in balans. Zij zongen dus de vier liederen van John Dowland à capella. Daarna klonken beeldschoon met pianobegeleiding door het vrouwenkoor de tweestemmige liederen van Britten.
Na de pauze nam het gemengd koor - weer mét piano - vier van de zeven prachtige Slowaakse Volksliederen van Béla Bartók voor hun rekening, de overige drie waren weer voor het vrouwenkoor: Spijt, Als ik toch.... en Weg vloog de vogel. Van dezelfde componist verraste de veelvuldig uitstekend begeleidende pianiste Jeanine Santing solistisch met een fijne serie van Vijf Roemeense Dansen.
Via drie ontroerend mooi door het gemengd koor gezongen religieuze liederen: Pange lingua, Stabat Mater en Avondlied, maakten we kennis met de 20e eeuwse Hongaar Zoltán Kodály. Dit unieke concert werd afgesloten met enkele blije en pittige liederen voor vrouwenstemmen van de Hongaar György Ligeti gevolgd door enkele verrassende bewerkingen van Hongaarse volksliedjes gezongen door het complete gemengde koor. Ook nu heeft het Projectkoor zich weer overtroffen.
Recensie maart 2016
Recensent Jan Toor van de Steenwijker Courant schreef er dit over:
9 eeuwen muziek.
Het Projectkoor Gabriel Fauré, dat in 2010 voor het eerst het Requiem van Fauré met 40 amateurzangers uitvoerde bracht al in 2013 een wereldpremière van In Lovers’Eyes van Bart Visman.
Ook dit jaar heeft initiatiefneemster van destijds en nog steeds de leidster van nu: Monique Suring – opnieuw verrast met een wel heel bijzonder programma met werk van 4 componisten waartussen een grote overeenkomst bestaat, ook al lopen hun geboortedata uiteen van 1098, via 1811 en 1931 tot 1935, zo’n zeven- tot achthonderd jaren omvattend.
Het talrijke publiek, niet afgeschrikt door het aangekondigde programma, luisterde ademloos naar het openingskoor, alleen sopranen, dat – onzichtbaar in een kleine kapel – maar uitstekend hoorbaar heldere welhaast hemelse klanken in deze akoestisch prachtige ruimte leek te kristalliseren. De eerste lofzang op Maria, - O virga,ac diadema – accentuerend haar moederrol, werd gevolgd door de tweede : Cum erubuerint – waarin zij afstand neemt van het schuldgevoel voor de zondeval.
Het sopranenkoor werd alleen ondersteund met de bourdontoon van een klankschaal, een indrukwekkende combinatie.
Ook diepreligieus klonk de altstem van Maria de Moel in een solistisch werk van een Russische hier totaal onbekende Sofia Gubaidulina, die in 1994 een prachtig Aus den Visionen der Hildegard von Bingen schreef. Met het korte maar indrukwekkende lied kwam ook de verbinding tussen de twaalfde en de twintigste eeuw tot stand , gerepresenteerd door Arvo Pärt.
Deze derde componist met dezelfde religieuze bevlogenheid en toch een heel eigen stijl is inmiddels 80. Twee prachtige orgelwerken speelde Elly Meijer solo, waaronder een soms bijna speelse kleine triptiek, Trivium uit 1988. Warme klanken klinken als gezongen muziek. Elk van de drie delen is opgebouwd uit een serie welluidende en prachtige geharmoniseerde klanken.
Daarna zong het koor - dit keer zonder sopranen – begeleid door subliem gespeelde Arvo Pärt’s orgelmuziek een indrukwekkend mooie Duitse tekst uit Lukas 7 waarin een zondares bij Jezus zijn voeten waste met haar tranen. De wijze van zingen, somtijds zeg-zingen, deed ons denken aan oude Gregoriaanse gezangen.
Via het voortreffelijk verzorgde programmaboekje was iedereen in staat kennis te nemen van achtergronden, componisten en gezongen teksten. Om zelf de eeuwen van diep religieus met elkaar te verbinden.
Als kernstuk van deze avond pasten hier de 14 staties van de Kruisweg, uiterst sober als Via Crucis door Franz Liszt op muziek gezet. Hier was terecht één van vier versies van zijn hand gekozen, die met solist, koor en orgel. Wát een sublieme combinatie!
Al bij de inleiding en de eerste statie ( Jezus ter dood veroordeeld) klonken de Latijnse woorden door het koor, het orgel en de solist innig religieus, bijna sacraal over dit dramatisch gebeuren. Dreigend klonk het orgel bij de woorden van de bariton :”ik ben onschuldig aan het bloed van deze rechtvaardige” en later bij de groet aan het kruishout, tenslotte weer de woorden van Jezus tot de vrouwen van Jeruzalem tot en met ‘het is volbracht’ .
Bijna als in de Matthäus Passion: het koor zingt de stemmen van het volk, de solist vertolkt de diverse spreekstemmen. Met dank aan Bach: O Haupt voll Blut und Wunden - ingetogen en eerbiedig.
Dit concert met deze stuk voor stuk voortreffelijke medewerkenden kan zonder meer als een culturele gebeurtenis van zeer hoog niveau worden beschouwd.
Waardering: *****
Jan Toor
Op zaterdag 25 september 2010 zijn Monique Suring en Trix Gillissen geinterviewd door S.L.O.S, de lokale omroep in Steenwijk.
Beluister het interview:
Of beluister het interview door dezelfde omroep van 27 februari 2010:
Persberichten oktober 2010
Muziek vol troostende lichtheid
UIt Steenwijker Courant 4 oktober 2010

(Klik op de afbeelding om het artikel in groter formaat te lezen).
Requiem van Gabriel Fauré
Uit Da's Mooi, 17 september 2010
Na twee mooie uitvoeringen in maart van dit jaar, slechts begeleid door een vleugel, verzorgt het projectkoor Gabriel Fauré begin oktober a.s. twee concerten met begeleiding van het Nederlands Begeleidingsorkest uit Arnhem, een formatie van 15 beroepsmusici.
Behalve het Requiem worden nog meer vocale en ook instrumentale werken van Fauré uitgevoerd, zoals de Elégie voor cello en piano en de bekende Cantique de Jean Racine.
Overige deelnemers aan dit Fauré-programma zijn de sopraan Elisabeth de Charon de Saint Germain, de bariton Klaas Peter van der Laan, cellist Peter Suring en pianiste Jeanine Santing. Het geheel staat onder leiding van Monique Suring. Dat het bijzondere concerten betreft blijkt onder meer uit het feit dat een aantal belangrijke fondsen het project financieel ondersteunen.
Zonder de steun van het Cultuurfonds Westerveld, het VSBfonds, het Fonds voor Cultuurparticipatie, het Prins Bernhard Cultuurfonds en de Stichting Bercoop Fonds, zou een dergelijk concert in Westerveld niet mogelijk zijn geweest. Het eerste concert vindt plaats op vrijdagavond 1 oktober in de Pancratiuskerk in Diever (aanvang 20.00 uur); het tweede op zondagmiddag 3 oktober in de Clemenskerk in Havelte (aanvang 14.30 uur).
Westerveld zingt Requiem
Uit Dagblad van het Noorden, september 2010

Recensie maart 2010
In maart hebben we twee concerten gegeven in Vledder en Steenwijk. Een recensie uit 'Da's Mooi' van 16 maart 2010 leest u hier:
